Stephensia cedronellae (Walsingham, 1908)
Lepidoptera, Elachistidae


Bystropogon plumosus & Cedronella canariensis; uit Hering (1927a)
mijn
Fijn gangetje, vaak een eind langs de bladrand, eindigend in een grote voldiepe blaas. In de mijn wordt enige spinsel aangebracht, waardoor hij ietwat oprimpelt. Frass in de gang in een centrale lijn, in de blaas in verspreide korrels. In grote bladeren kan de larve verhuizen.
waardplanten
Lamiaceae, oligofaag
Bystropogon origanifolius, plumosus; Cedronella canariensis; Clinopodium; Lavandula canariensis, stoechas; Mentha; Micromeria.
fenologie
Larven van januari tot maart (Hering, 1957a).
verspreiding binnen Europa
Canarische Eilanden (Fauna Europaea, 2009).
synoniemen
Perittia cedronellae; P. bystropogonis Walsingham, 1908; P. lavandulae Walsingham, 1908.
literatuur
Hering (1927a, 2957a); Klimesch (1990a), Nielsen & Traugott-Olsen (1978a), Parenti & Pizzolato (2014a), Parenti & Varalda (1994a).
15/02/2017