Syncopacma karvoneni (Hackman, 1950)
mijn
Mogelijk gelijkend op de mijn van Aproaerema anthyllidella: klein voldiep blaasmijntje met flink wat frass. Alleen het eerste stadium mineert; latere stadia leven tussen twee of meer samengesponnen bladeren en veroorzaken daar venstervraat. Verpopping in de grond.
waardplanten
Fabaceae, monofaag?
Lathyrus palustris.
De associatie met Lathyrus is niet zeker; bovendien is het waarschijnlijk dat de soort ook leeft op andere, verwante kruidachtige Fabaceae.
fenologie
Verpopping tussen eind augustus en midden september.
verspreiding binnen Europa
boreo-alpiene verspreiding: Fennoscandia, Noord-Rusland, Zwitserland (Fauna Europaea, 2012).
larve
Lichaam bleek roodachtig met een opvallende bruine tekening vooral rondom de zwartbruine pinacula. Kop lichtbruin, oogvlek zwart. Prothoracale plaat bruin met zwarte vlekken lateraal; anale plaat donkerbruin. Poten bruin. Ook de chaetotaxie wordt door Itämies & Kyrki (1983a) uitgebreid beschreven.
synoniemen
Aproaerema karvoneni.
literatuur
Itämies & Kyrki (1983a), Kaitila (1996a).