Syncopacma taeniolella (Zeller, 1839)
brede bandpalpmot
op Lotus, etc.
Lotus spec., België, prov. West-Vlaanderen, Adinkerke, Westhoekreservaat © Steve Wullaert

Lotus spec., België, prov. West-Vlaanderen, Adinkerke, Westhoekreservaat © Steve Wullaert
mijn
Onregelmatig blaasvormige vrij kleine mijnen. De larven verlaten spoedig de mijn, en mineren daarna vanuit een paar samengesponnen bladeren. Mijnen die in dit latere stadium gemaakt worden bevatten uiteraard geen frass.
waardplanten
Fabaceae, oligofaag
Lotus corniculatus, pedunculatus; Medicago; Trifolium.
fenologie
Minerende larven in mei-juni (Hering, 1957).
BENELUX
BE waargenomen (Phegea, 2009).
NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2009).
verspreiding binnen Europa
Vrijwel geheel Europa, mogelijk met uitzondering van Griekenland (Fauna Europaea, 2009).
larve
larve, pop
Foto’s op Lepiforum; zie ook Patočka & Turčáni.
synoniemen
Aproaerema, Stomopteryx, taeniolella.
literatuur
Biesenbaum (1996a), Bland, Corley, Emmet ao (2002a), Hering (1957a), Huemer (2012a), Kaitila (1996a), Kasy (1979a), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Lepiforum (2020), Patočka & Turčáni (2005a), Requena (2009a), Robbins (1991a), Sønderup (1949a), Szőcs (1977a), Wegner (2010a) .