Syncopacma vinella (Bankes, 1898)
fraaie bandpalpmot
mijn
De larve spint een aantal blaadjes bij elkaar. Op deze wijze beschut bijt hij een gaatje in de epidermis van het basale deel van een blaadje, en mineert dit vervolgens vrijwel helemaal uit.
waardplanten
Fabaceae, oligofaag
Genista tinctoria; Medicago falcata, sativa; Trifolium pratense
Ook wordt Securigeras varia genoemd, maar dat is vrij zeker ten onrechte. Verfbrem lijk de belangrijkste waardplant.
fenologie
Larven zijn gevonden in april-juni en october-november (Bland, Heckford & Langmaid, 2002a).
BENELUX
BE waargenomen (Wullaert (2015a).
NE Laatste waarneming in 1939 (Noctua, 2009).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2009).
verspreiding binnen Europa
Van Denemarken tot Hongarije, en van Engeland (mogelijk uitgestorven) tot Slowakijë (Bland, Heckford & Langmaid, 2002a).
larve
Beschreven door Bankes (1899a) en Bland, Heckford & Langmaid (2002a); Beavan & Heckford (2014a) geven een foto. Lichaam varieert van wittig tot bijna zwart. Kop bruin, prothoracale plaat varieert van bruinig tot zwart; pinacula, anale plaat en poten glanzend zwart. Baran (2002a) beschrijft de chaetotoaxie.
pop
Cremaster spits met een flink aantal bleekgele haakvormige borstels (Bankes, 1899a; Patočka & Turčáni, 2005a).
synoniemen
Aproaerema vinellum; Anacampsis, Aproaerema, Iwaruna biformella (Schütze, 1902); Anacampsis cincticulella auct. nec Bruand, 1850.
literatuur
Bankes (1899a), Baran (2002a), Beavan & Heckford (2014a), Biesenbaum (1996a), Bland, Corley, Emmet ao (2002a), Elsner, Huener & Tokár (1999a), Hering (1957a), Parsons (1995a), Patočka & Turčáni (2005a), Steeman & Sierens (2018a), Wieser & Huemer (1999a), Wullaert (2015a).