Chrysoesthia sexguttella (Thunberg, 1794)
zesvleksmot

Chenopodium album, Nieuwendam, 22.viii.2001; lege mijnen

Halimione sp., België, prov. West-Vlaanderen, Knokke, © Chris Snyers, 10.xi.2012: in deze vlezige bladeren ziet de mijn er heel afwijkend uit
Halimione portulacoides, België, prov. West Vlaanderen, het Zwin, 1.xi.2017 © Stéphane Claerebout
mijn in doorzicht
larve

Chenopodium album, Nieuwendam, 28.vii.2003. Bij de mijn rechts is nog iets te zien van de zigzaggende begingang. De larve aan de linkerzijde is gestorven voordat hij kans heeft gezien om een blaas te vormen; het lijkt erop of de gang die hij gemaakt heeft zo snel met callus is opgevuld dat hij is omgekomen door gebrek aan ruimte.
mijn
Ei aan de onderzijde van het blad. De mijn begint met een korte zigzaggende begingang, die binnen korte tijd wordt overlopen door een grote zeer transparante voldiepe blaas. Frass in een grote centrale zwarte klodder. Bij verse mijnen is vaag iets als vraatlijnen te zien, iets dat normaliter alleen optreedt bij vliegenmijnen. Ze verlaten de mijn voor de verpopping, door een vrij slordig gat in de mijn.
waardplanten
Amaranthaceae, oligofaag
Amaranthus blitum, caudatus; Atriplex calotheca, hortensis, littoralis, patula, prostrata, sagittata, sibirica, tatarica; Bassia scoparia; Chenopodiastrum hybridum, murale; Chenopodium album, bonus-henricus, giganteum, glaucum, opulifolium, quinoa, urbicum, vulvaria; Halimione portulacoides; Lipandra polysperma; Spinacia.
fenologie
Larven in juni en september-october (Bland ea, 2002a).
BENELUX
BE waargenomen (Phegea, 2009).
NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).
LUX waargenomen (Ellis: Kautenbach)
verspreiding binnen Europa
Geheel Europa (Fauna Europaea, 2009).
larve
pop
Beschreven door Patočka (1997a), Patočka & Turčáni (2005a).
synoniemen
Microsetia sexguttella; Chrysopora naeviferella (Duponchel, 1843), C. stipella auct.
literatuur
Ahr (1966a), Beiger (1955a, 1970a, 1979a), Bland, Corley, Emmet ao (2002a), Borkowski (1973a), Buhr (1935a,b, 1964a), Corley (2005a), Csóka (2003a), Drăghia (1967a, 1968a, 1970a, 1971a, 1972a, 1974a), Elsner, Huemer & Tokár (1999a), Fazekas & Schreurs (2010a), van Frankenhuyzen Houtman & Kabos (1982a), Hartig (1939a), Hering (1924a, 1932g, 1957a), ten Holt & Kuchlein (2006a), Huber (1969a), Huertas Dionisio (2002a, 2007a), Huisman, Koster, Muus & van Nieukerken (2013a), Huisman, Koster, van Nieukerken & Ulenberg (2003a), Kaitila (1996a), Klimesch (1950c, 1958a), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Kvičala (1938a), Lhomme (1934c), Maček (1999a), Michalska (1970a, 1976a), Nowakowski (1954a), Parenti & Varalda (2000a), Patočka (1997a), Patočka & Turčáni (2005a), Popescu-Gorj & Drăghia (1966a), De Prins & Steeman (2013a), Robbins (1991a), Schütze (1931a), Skala (1950a), Sønderup (1949a), Stammer (2016a), Starý (1930a), Stolnicu (2007a, 2008a), Szőcs (1977a, 1978a, 1981a), Ureche (2010a), Utech (1962a), Zoerner (1969a, 1970a, 1975a).