Anarsia lineatella Zeller, 1839
perzikscheutboorder
op Prunus
parasiet
De larven van de eerste generatie boren in jonge scheut die sap-druppels verliezen en verdorren, waarna de larve een nieuwe scheut opzoekt. De larven van de tweede generatie boren in het vlees van de vruchten, die voortijdig rijpen en afvallen. Verpopping in een licht spinsel tussen strooisel op de grond.
waardplanten
Rosaceae, ± monofaag
Prunus armeniaca, cerasus, domestica, dulcis, persica, spinosa.
Zelden Malus domestica; Pyrus communis.
fenologie
In noordelijk Europa twee generatie, in warmer streken tot vier.
verspreiding binnen Europa
larve
Kop, prothoracale en anale plaat glimmend zwart; lichaam en buikpoten honing- tot kastanje-bruin, segmentgrenzen wittig; pinacula klein, zwart, elk met een wittige haar; buikpoten
opmerkingen
Belangrijke plaag in de fruitteelt.
literatuur
Bland, Corley, Emmet ao (2002a), Gregersen & Karsholt (2017a), Huemer (2012a), Kuchlein, Gielis, Huisman, ao (1988a), Requena (2009a).