Aroga aristotelis (Millière, 1876)
Lepidoptera, Gelechiidae
mijn
De larve leeft in een met zandkorrels bedekte buis van spinsel die van de grond omhoogaat tot de onderste bladeren, waarin vlekmijnen worden gemaakt. Verpopping buiten de mijn.
waardplanten
Fabaceae, monofaag
Atracantha echinus (= Astragalus e.).
Hering vermeldt A. echinus als (enige) waardplant; dit is een soort van de Levant (Cyprus, Israel); op welke waardplant de soort elders voorkomt is niet bekend.
fenologie
Larven in mei-juni.
verspreiding binnen Europa
Disjuncte verspreiding: enerzijds Frankrijk, Spanje en Italië (met Sicilië), anderzijds Ukraïne, Roemenië, Bulgarijë en Griekenland (met Kreta) (Fauna Europaea, 2009).
larve
Fusiform, 17-18 mm, lichaam bleek grijsgroen met 5 witte lengtelijnen. Kop en prothoracale plaat zwartbruin, anale plaat zelfde kleur als het lichaam, pinacula duidelijk (Chrétien, 1927a).
pop
Zie Chrétien (1927a).
synoniemen
Gelechia aristotelis.
literatuur
Chrétien (1927a), Hering (1957a).
06/02/2017