Tuta absoluta (Meyrick, 1917)
tomatenmineermot
op vooral Solanaceae

Lycopersicon esculenteum, Peru, Lima © Chris Snyers

Bron: Pherobank, Wageningen

Lycopersicon esculentum, Westland, ‘s-Gravenzande, 1.viii.2014 © Jan Scheffers: eerste waarneming in de open lucht

larve, deels uit de mijn stekend

larve

de soort is ook een boorder in de vruchten …

… en de stengels

Solanum tuberosum, Westland, ‘s-Gravenzande © Jan Scheffers

Solanum nigrum, Westland, ‘s-Gravenzande © Jan Scheffers

geopende mijn met larve

Solanum tuberosum, Westland, ‘s-Gravenzande © Jan Scheffers

Lycopersicon esculentum, Westland, ‘s-Gravenzande © Jan Scheffers: wanneer de larve optreedt als stengelboorder treedt enige zwelling op

Solanum triflorum, Westland, ‘s-Gravenzande © Jan Scheffers

larve
mijn
Ovipositie aan de bladonderzijde. Aanvankelijk een voldiepe gang met onregelmatig verloop en breedte. De frass ligt hier in een centrale, slechts weinig onderbroken sliert. Later wordt de mijn een zeer onregelmatige, voldiepe blaas met nog maar weinig frass in losse korrels. De larva kan waarschijnlijk de mijn verlaten en elders opnieuw beginnen (en intussen zijn frass kwijtraken), want aangetaste bladeren bezitten veel ijl spinsel aan de buitenzijde. De larve mineert zijn gehele leven; verpopping buiten de mijn.
waardplanten
Solanaceae, in mindere mate ook Amaranthaceae, Convolvulaceae, Fabaceae
Capsicum annuum; Chenopodium album; Convolvulus arvensis; Datura ferox, stramonium; Lycium chilense; Lycopersicon esculentum, hirsutum; Nicotiana glauca, tabacum; Petunia; Phaseolus vulgaris; Schizanthus; Solanum dulcamara, elaegagnifolium, lyratum, muricatum, melongena, nigrum, triflorum, tuberosum, viride.
BENELUX
BE In 2011 door Chris Snyers in België minerend gevonden in de open lucht, niet ver van een tomatenkas waarin al in 2010 een aatasting was opgetreden.
NE In 2914 door Jan Scheffers waargenomen in de open licht, ook op een wilde plant (Solanum nigrum). In 2016 door hem gevonden in de duinen op S. dulcamara, nigrum en triflorum.
LUX niet waargenomen.
verspreiding binnen Europa
Zuid-Europa; van oorsprong een Zuid-Amerikaanse soort.
larve
parasitoïden, predatoren
Baryscapus bruchophagi; Brachymeria secundaria; Closterocerus clarus; Elachertus inunctus, pulcher; Hockeria unicolor; Necremnus arytenes, cosmopterix, tutae; Pnigalio cristatus, incompletus; Pteromalus intermedius.
opmerkingen
In Zuid-Europa, waar deze soort bij ongeluk is geïntroduceerd, een ernstige plaag in de teelt van aardappelen en tomaten. In het eerste geval door schade aan de bladeren, bij tomaten vooral omdat de larven ook de vruchten aantasten.
literatuur
Baldizzone & Scalercio (2018a), Bayram, Giller, Fursov, ao (2016a), Bidzilya, Karsholt, Kravchenko & Šumpich (2019a), Corley, Rosete, Romão ao (2015a), García & Bacallado (2013a), Gebiola, Bernardo, Ribes & Gibson (2015a), Huemer & Karsholt (2010a), Huisman, Koster, Muus & van Nieukerken (2013a), OEPP/EPPO (2005a) Oztemiz (2014a), De Prins & Steeman (2011a), Steeman & Sierens (2019a), Toševski, Jović, Mitrović, Cvrković, Krstić & Krnjajić (2011a).