Caloptilia azaleella (Brants, 1913)
azaleasteltmot

Rhododendron spec., België, prov. Luik, Cointe: mijn en bladrol, bovenzijde © Jean-Yves Baugnée

onderzijde

Rhododendron spec., Drachten © Gerrit Tuinstra: mijnen en bladrollen
mijn
Oranjebruine of roestbruine onderzijdige blaasmijn, meestal in de buurt van de hoofdnerf. Tegen het eind van de mineeractiviteit wordt spinsel geproduceerd en trekt de mijn samen, waardoor het blad zich om de mijn heen vouwt. Frass in een hoek van de mijn. Na enige tijd verlaat de larve de mijn en leeft dan vrij in een naar beneden omgerold en met spinsel vastgezette bladtop. Twee van zulke bladrollen worden gemaakt en van binnenuit leeggegeten. Pop in een membraneuze, glanzende cocon aan de bladonderzijde.
waardplanten
Ericaceae, monofaag
Rhododendron “hinomayo”, indicum, japonicum, simsii.
Op sier-“Azalea”, meestal in kassen, maar op beschutte plaatsen ook wel in de buitenlucht.
fenologie
Larven in juni, september, en soms nog een laat in het najaar (Emmet ea, 1985a).
BENELUX
BE waargenomen (Phegea, 2010).
NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2010).
LUX waargenomen (Fauna Europaea, 2010).
verspreiding binnen Europa
Van Zweden tot Portugal en Italië, en van Engeland tot Centraal Rusland (Fauna Europaea, 2010).
larve
Beschreven door SCS Brown (1947a).
opmerkingen
In kassen soms een plaag.
literatuur
Aguiar & Karsholt (2006a), Bengtsson & Johansson (2011a), Biesenbaum (2010a), Brown (1947a), Buhr (1935a, 1964a), Buszko (1992b), Corley, Rosete, Marabuto ao (2014a), Dekle (2016a), Emmet, Watkinson & Wilson (1985a), van Frankenhuyzen & Houtman (1972a), van Frankenhuyzen Houtman & Kabos (1982a), Hering (1925b, 1957a), Huisman & Koster (1994a, 1999a), Huisman, Koster, Muus & van Nieukerken (2013a), Huisman, Koster, van Nieukerken & Ulenberg (2001a), Klimesch & Skala (1936b), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), De Prins (1998a), De Prins & Steeman (2013a, 2014a), Pröse (2006a), Shin, Lee & Byun (2015a), Skala & Zavřel (1945a), Sønderup (1949a), Szabóky (2012a).