Calybites phasianipennella (Hübner, 1813)
viervleksteltmot
op Persicaria, etc.
Persicaria maculosa, Leersum, 8.ix.2020 © Ben van As
mijn en bladrol
Lysimachia vulgaris, Polen, Bialowieza © Sébastien Carbonelle: mijn en bladrol
cocon, uit de bladrol genomen
pop
Lysimachia vulgaris, België, prov. Luxemburg, Sampont; © Jean-Yves Baugnée
Rumex acetosella, Zuid-Engeland; © Rob Edmunds
Polygonum hydropiper, Dinther © Cun Wijnen
nog een
Persicaria dubia, Wolfheze; de twee mijntje bevatten elk een jonge, maar dode, larve van een gracillariide, vrijwel zeker C. phasianipennella. Misschien was de waardplant ongeschikt.
zelfde mijnen, doorvallend licht
mijn
Aanvankelijk bleke, later bruine, meestal onderzijdige blaasmijn. De mijn wordt voorafgegaan door een epidermale gang, maar die kan door de latere blaas onvindbaar geworden zijn. Door afzetten van spinsel in de mijn bolt deze licht op, en krijgt plooien. De frass is roodbruin en bevindt zich in een klomp in een hoek van de mijn. De larve verlaat uiteindelijk de mijn, en leeft dan in een slordige koker, die hij maakt door een strook blad los te knippen en die op te rollen en met behulp van spinsel in model te zetten. Hier wordt ook de cocon gevormd.
waardplanten
Polyfaag op kruiden
Chenopodiastrum hybridum; Fallopia baldschuanica, convolvulus; Lysimachia vulgaris; Lythrum salicaria; Oxyria digyna; Persicaria amphibia, hydropiper, lapathifolia, maculosa; Rumex acetosa, acetosella, aquaticus, hydrolapathum, obtusifolius.
fenologie
Larven van juli tot september; één generatie per jaar, overwintering als pop (Emmet, Watkinson & Wilson, 1985a).
BENELUX
BE waargenomen (Phegea, 2009).
NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2009).
verspreiding binnen Europa
Geheel Europa (Fauna Europaea, 2009).
larve
pop
Beschreven door Patočka & Turčáni (2005a).
synoniemen
Euspilapteryx, Eucalybites, phasianipennella.
parasitoïden, predatoren
literatuur
Baldizzone & scalercio (2018a), Beiger (1979a), Bengtsson & Johansson (2011a), Biesenbaum (2010a), Bouček (1959a)., Brown (1947a), Buhr (1935b, 1964a), Buszko (1992b), Corley, Merckx, Marabuto ao (2013a), Deschka & Wimmer (2000a), Deutschmann (2008a), Drăghia (1972a), Emmet, Watkinson & Wilson (1985a), Hering (1921a, 1957a), Huber (1969a), Huisman, Koster, van Nieukerken & Ulenberg (2005a), Jaworski (2009a), Klimesch & Skala (1936b), Kvičala (1938a), Nowakowski (1954), Patočka & Turčáni (2005a), De Prins (2004a), Robbins (1991a), Schütze (1931a), Skala (1950a), Skala & Zavřel (1945a), Sønderup (1949a), Szőcs (1977a, 1978a), Triberti, Longo Turri, Adami & Zanetti (2017a), Utech (1962a), Zoerner (1970a).