Dialectica imperialella (Zeller, 1847)
smeerwortelsteltmot

Symphytum officinale, België, prov. Luik, Oreye: mijn met jonge, kleurloze, larve © Jean-Yves Baugnée

Symphytum officinale, Nieuwendam; mijn, bovenzijde

zelfde mijn, onderzijde

opnieuw dezelfde mijn, in doorzicht, met volgroeide larve

Symphytum officinale, Nieuwendam: detail van het begin van de mijn

Pentaglottis sempervirens, België, West-Vlaanderen, Wielsbeke © Steve Wullaert

onderzijde van het blad; ongewoon zware aantasting

Echium plantagineum, België, prov Antwerpen, Mol; © Carina Van Steenwinkel
mijn
Aan de onderzijde van een blad wordt verspreid een aantal eieren afgezet. De larven maken zeer brede epidermale gangen die alleen herkenbaar zijn door het draaddunne lijntje van frass dat op de bodem van de mijn geplakt is. Gaandeweg komen de larven bijeen en wordt de mijn dieper, en is uiteindelijk plaatselijk voldiep, en is pas dan van boven zichtbaar, als een paar bruine vlekjes. De mijn is aan de onderzijde duidelijk uitgestrekter, en vliezig. Meestal verlaten de larven de mijn voor de verpopping.
waardplanten
Boraginaceae, oligofaag
Aegonychon purpurocaeruleum; Lithospermum officinale; Pulmonaria angustifolia, officinalis; Symphytum officinale.
Door Steve Wullaert in 2012 ook gevonden op Pentaglottis sempervirens, door Carina Van Steenwinkel op Echium plantagineum.
fenologie
Larven in augustus-september (Emmet, Watkinson & Wilson, 1985a).
BENELUX
BE waargenomen (Phegea, 2009).
NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).
LUX waargenomen (Fauna Europaea, 2009).
verspreiding binnen Europa
Van Denemarken tot de Pyreneeën, Italië en Roemenië, en van Engeland tot Rusland en de Ukraine (Fauna Europaea, 2009).
larve
pop
Beschreven door Patočka (2001b), Patočka & Turčáni (2005a).
parasitoïden, predatoren
synoniemen
Acrocercops, Gracillaria imperialella.
literatuur
Barton (2018a), Beiger (1980a), Bengtsson & Johansson (2011a), Biesenbaum (2010a), Buszko (1987a, 1992b), Doets (1946a), Drăghia (1968a), Emmet, Watkinson & Wilson (1985a), Gomboc & Kirichenko (2022a), Huisman, Koster, van Nieukerken & Ulenberg (2001a, 2003a, 2004a, 2005a, 2006a), Kasy (1965a), Kuchlein & Donner (1993a), Klimesch (1950c), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Mifsud & Askew (2019a), van Nieukerken, Gielis, Huisman ao (1993a), Patočka (2001b), Patočka & Turčáni (2005a), De Prins (2010a), De Prins & Steeman (2013a), De Prins, Steeman & Sierens (2016a), Starý (1930a), Szőcs (1977a), Wieser & Huemer (1999a).