Acrolepiopsis assectella (Zeller, 1839)

preimot

Acrolepiopsis assectella: mine on Allium schoenoprasum

Allium schoenoprasum, België, prov. Luik, Vieux-Waleffe © Jean-Yves Baugnée

mijn

Zeer variabele mijn: gang- of blaasachtig, met of zonder frass, in de holle bladeren of in de stengel. Verpopping buiten de mijn in een netvormige cocon.

waardplanten

Alliaceae, monofaag

Allium ampeloprasum, cepa, fistulosum, lusitanicum, porrum, sativum, schoenoprasum.

fenologie

Twee generaties in Zweden tot acht in Noord Afrika (Mason ea, 2011a); overwintering als pop of als volwassen dier (Hering, 1963a; Landry, 2007a).

BENELUX

BE waargenomen (Phegea, 2009).

NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).

LUX waargenomen (Fauna Europaea, 2009).

verspreiding binnen Europa

Heel Europa minus Ierland en het Balkanschiereiland (Fauna Europaea, 2009).

larve

synoniemen

Acrolepia, Digitivalva assectella.

opmerkingen

Belangrijke plaag op ui, knoflook en prei (Mason ea, 2010a, 2011a).

De netvormige cocon lijkt sterk op die van de verwante Plutella xylostella, maar het materiaal is duidelijk grover bij assectella (Landry, 2007a).

literatuur

Aarvik, Karsholt, Larsen & Schnack (1988a), Baraniak (1990a), Bengtsson & Johansson (2011a), Buhr (1935a), Gaedike (1972a), Gómez de Aizpúrua (2003a), Heppner (1987a), Hering (1957a, 1963a), Huber (1969a), Huemer (2012a), Kasy (1965a), Klimesch (1958a), Kuchlein & de Vos (1999a), Landry (2007a), Mason, Appleby, Juneja ao (2010a), Mason, Weiss, Olfert ao (2011a), van Nieukerken & Koster (1999a), Sønderup (1949a), Szőcs (1977a), Wieser & Huemer (1997a).