Plantparasieten van Europa

bladmineerders, gallen en schimmels

Glyphipterix equitella

Glyphipterix equitella (Scopoli, 1763)

duinparelmot

op Aeonium, Sedum

mijn

De larve mijnt een blad geheel uit, vaak ook (een deel van) de stengel. De gemineerde delen worden wit en verdorren. De mijn wordt voor de verpopping verlaten.

waardplanten

Crassulaceae, oligofaag

Aeonium arboreum; Sedum acre, album, anglicum.

fenologie

Larve volgroeid tegen eind mei; één generatie per jaar (Pelham-Clinton, 1985c).

BENELUX

BE waargenomen (Phegea, 2010).

NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2010).

LUX waargenomen (Fauna Europaea, 2010).

verspreiding binnen Europa

Van Fennoscandia tot Iberia, Sardinië, Sicilië en en Kreta, en van Ierland tot Roemenië (Fauna Europaea, 2010).

larve

Lichaam bleekgeel, pinacula klein, zwart; kop zwart; prothoracale en anale plaat zwartbruin; poten bruin-geringd. Abd-9 dorsaal met een extra, dwars zwartbruin plaatje (Pelham-Clinton, 1985c).

pop

In een cocon, meestal tussen de bladeren van de waardplant.

synoniemen

Glyphipterix minorella Snellen, 1882.

literatuur

Baldizzone (2008a), Bengtsson & Johansson (2011a), Buhr (1937a), Ernst (2009a), Hering (1957a), Huisman, Koster, van Nieukerken & Ulenberg (2004a), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Pelham-Clinton (1985c), De Prins (1998a), Robbins (1991a), Szőcs (1977a), Takács & Szabóky (2018a), Thomann (1956a).

Laatste bewerking 17.ii.2020