Yponomeuta evonymella (Linnaeus, 1758)

vogelkersstippelmot

op Prunus

Haarlemmermeer, 20.vi.2016 © Laurens van der Linde

mijn

Larven zouden volgens Robbins (1991a) in het voorjaar, na de overwintering, kleine voldiepe blaasmijntjes maken, die soms samenvloeien. Agassiz (1996a) schrijft echter dat de jonge larven dan een een scheut boren die daardoor verslapt, en Hering (1957a) noemt de soort niet eens. De oudere larven leven in grote groepen in de bekende omvangrijke spinsels.

waardplanten

Rosaceae, nauw monofaag

Prunus padus.

Ook wel vermeld van Prunus avium, cerasus, domestica, laurocerasus en serotina, en zelfs van Sorbus aucuparia; of dit normale waardplanten zijn valt te betwijfelen.

fenologie

Larven van het late najaar tot juni.

BENELUX

BE waargenomen (Phegea, 2010).

NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2010).

LUX waargenomen (Fauna Europaea, 2010).

verspreiding binnen Europa

Waarschijnlijk heel Europa, met mogelijke uitzondering van delen van het Balkan-Schiereiland (Fauna Europaea, 2010).

larve

Lichaam groenig, later bruingroen, met op elk segment een tweetal grote zwarte, subdorsale vlekken. Kop, prothoracale en anale plaat zijn zwart.

pop

Zie Patočka (1997a, 1999b), Patočka & Turčáni (2005a).

synoniemen

Hyponomeuta, Yponomeuta, evonymellus.

literatuur

Abras, Fassotte, Chandelier & Cavelier (2008a), Agassiz (1996a), Baldizzone (2004a), Bengtsson & Johansson (2011a), Huemer (2012a), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Patočka (1997a), Meijer, Smit, Beukeboom & Schilthuizen (2012a), Patočka (1999b), Patočka & Turčáni (2005a), De Prins (1998a), Robbins (1991a), Roques, Cleary, Matsiakh & Eschem (2017a), Schmid (2019a), Segerer & Reichholf (2004a), Seguna (2007a), Šumpich (1998a), Thomann (1956a), Žikić, Ritt, Colacci, ao (2019a).