Stigmella confusella (Wood & Walsingham, 1894)

donkere berkenmineermot

op Betula

Betula pubescens, België, prov. Antwerpen, Olen, 13.viii.2017 © Carina Van Steenwinkel

Betula pubescens, Overveen

zelfde mijn, detail

mijn

Ei aan de bladonderzijde, in de nabijheid van een nerf. Slanke mijn, met de frass over de gehele lengte in een zeer nauwe zwarte centrale lijn. De mijn volgt vaak over delen van zijn traject een nerf, en oogt daardoor hoekig.

waardplanten

Betulaceae, monofaag

Betula nana, pendula, pubescens.

fenologie

In Engeland larven in juni-augustus (Emmet, 1983a).

BENELUX

BE waargenomen (van Nieukerken, 2006a).

NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).

LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2009).

verspreiding binnen Europa

Van Fennoscandia tot de Pyreneeën, Alpen, en Bulgarijë, en van Ierland tot Centraal Rusland (Fauna Europaea, 2009).

larve

synoniemen

Nepticula confusella.

literatuur

Ahr (1966a), Anisimovas, Diškus & Stonis (2006a), Bengtsson (2008a), Borkowski (1969a), Buhr (1935a, 1964a), Černý (2001a), Diškus & Stonis (2012a), Emmet (1071a, 1983a), van Frankenhuyzen Houtman & Kabos (1982a), Gustafsson (1985a), Gustafsson & van Nieukerken (1990a), Haase (1942a), Hering (1927b, 1934b, 1957a), Huber (1969a), Huemer (2007a), Johansson ao (1990a), Kollár & Hrubík (2009a), Kozlov & Kullberg (2010a), Kozlov, van Nieukerken, Zverev & Zvereva (2013a), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Kurz (2016a), Z & A Laštuvka (1997a), Maček (1999a), Navickaitė, Diškus & Stonis (2011a, 2014a), van Nieukerken (1986a, 2006a), van Nieukerken, A & Z Laštuvka (2006a), Nowakowski (1954a), De Prins & Steeman (2011a, 2013a), Pröse, Kolbeck & Segerer (2003a), Robbins (1991a), Schütze (1931a), Skala (1939a), Sønderup (1949a), Stammer (2016a), Steuer (1995a), Surányi (1942a), Szőcs (1977a), Zoerner (1969a, 1970a).