Stigmella prunetorum (Stainton, 1855)

spiraalmineermot

op Prunus

Prunus cerasifera, Hongarije, Budapest, 10.x.2017 © László Érsek

ander beeld

nog een ander

doorzicht

Prunus spinosa, België, prov. Luik, Fallais © Jean-Yves Baugnée

ander exemplaar

oude mijnen kunnen uit het blad loslaten

Prunus spinosa, België, prov. Luxemburg, Resteigne © Jean-Yves Baugnée

Prunus spinosa, Hulshorst, de Bloemkampen: mijn in doorzicht

mijn

Ei aan de bladonderzijde, vaak nabij een nerf. De mijn is een gang in een aantal dichte halve of hele cirkels rondom de ovipositieplek. Het laatste deel van de gang komt hier los van, en loopt vaak langs de bladrand. De frass is groenig, en ligt in bogen die zo wijd zijn dat ze bijna de hele gangbreedte innemen.

waardplanten

Rosaceae, monofaag (?)

Prunus armeniaca, avium, brigantina, cerasifera, cerasus, cocomilia, domestica & subsp.insititia, fruticosa, spinosa, triloba.

Prunus domestica en spinosa zijn de belangrijkste waardplanten. In de oudere literatuur worden ook Crataegus en zelfs Mespilus genoemd. Dat is verwonderlijk, omdat de mijnen zo onmiskenbaar zijn.

fenologie

Larven in juli en september-october (Emmet, 1983a).

BENELUX

BE waargenomen (Phegea, 2009).

NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).

LUX waargenomen (Fauna Europaea, 2009).

verspreiding binnen Europa

Waarschijnlijk heel Europa, uitgezonderd Ierland, het Iberisch Schiereiland en de Middellandse Zee-eilanden (Fauna Europaea, 2009).

larve

Flessengroen. De larve wordt beschreven door Gustafsson & van Nieukerken (1990a).

synoniemen

Nepticula prunetorum; Stigmella ligustrella (Rossler, 1866).

literatuur

Beiger (1979a), Bengtsson (2008a), Borkowski (1969a), Buhr (1936a, 1964a), Buszko & Baraniak (1989a), Buszko & Beshkov (2004a), J Černý (2001a), Csóka (2003a), Diškus & Stonis (2012a), Drăghia (1968a, 1971a, 1972a), Emmet (1983a), van Frankenhuyzen & Houtman (1972a), van Frankenhuyzen Houtman & Kabos (1982a), Gustafsson (1985a), Gustafsson & van Nieukerken (1990a), Hartig (1939a), Hering (1921a, 1932g, 1957a), Huber (1969a), Huemer (1985a, 1988a), Huemer & Erlebach (2003a), Johansson ao (1990a), Kasy (1983a, 1987a), Klimesch (1936a, 1940a, 1950c, 1958c), Kollár & Hrubík (2009a), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Kurz (2016a), Kvičala (1938a), A & Z Laštuvka (1997a), Maček (1999a), Matošević, Pernek, Dubravac & Barić (2009a), van Nieukerken (1986a, 2006a), van Nieukerken, Gielis, Huisman ao (1993a), van Nieukerken, A & Z Laštuvka (2006a), Lhomme (1934d), Navickaitė, Diškus & Stonis (2014), van Nieukerken, Gielis, Huisman ao (1993a), van Nieukerken, Zolotuhin & Mistchenko (2004a), Nowakowski (1954a), Popescu-Gorj Drăghia (1968a), De Prins (1998a), De Prins & Steeman (2011a, 2014a), Robbins (1991a), Sefrová (2005a), Skala (1939a, 1951a), Sønderup (1949a), Steuer (1995a), Stammer (2016a), Stolnicu (2007a, 2008a), Stonis, Navickaitė, Rocienė ao (2013a), Surányi (1942a), Szőcs (1977a, 1978a, 1981a), Yefremova & Kravchenko (2015a), Zoerner (1969a).