Stigmella ulmivora (Fologne, 1860)
iepenmineermot

Ulmus minor, Nieuwendam

Ulmus sp., Leiden; leg afd. Diersystematiek VU

Ulmus sp., Middelburg; © Camiel Doorenweerd

Ulmus spec., België, prov. Namen, Chimay, Étang de Virelles © Stéphane Claerebout; ongewoon frasspatroon

detail
mijn
Ei aan de bladonderzijde, meestal in de buurt van een nerf. In het eerste deel van de gang ligt de frass in een smalle middenlijn. Het frasspatroon in het latere deel van de mijn is zeer variabel: soms in een smalle middenlijn, soms breed verspreid of zelfs in boogjes. Vooral in het laatste geval is verwarring met St. lemniscella mogelijk. Het enige kenmerk dat dan houvast biedt is dat de larve voor de verpopping de mijn verlaat door een boogje te snijden in de onderepidermis.
waardplanten
Ulmaceae, monofaag
Ulmus glabra, x hollandica, laevis, minor, pumila.
fenologie
Twee generaties, de eerste veel schaarser dan de tweede (Johansson ea, 1990a).
BENELUX
BE waargenomen (Phegea, 2009).
NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2009).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2009).
verspreiding binnen Europa
Europa, uitgezonderd het Balkan-Schiereiland (Fauna Europaea, 2009).
larve
Blauwgroen (barnsteenkleurig bij lemmiscella); zie Gustafsson & van Nieukerken (1990a) voor een beschrijving.
synoniemen
Nepticula ulmivora; N. ulmifoliae Hering, 1931; N. ulmicola Hering, 1932; Stigmella ulmicola
.
opmerkingen
Een enkele maal wordt een larve gezien die om een of andere reden geen kans heeft gezien zicht ruimte te verschaffen, en uitsluitend recht naar voren kon eten. Dergelijke, waarschijnlijk ten dode gedoemde larven zijn ongewoon slank, en de mijnen, die nooit groot worden, doen verraderlijk denken aan een Bucculatrix-larve. Uitprepareren van de larve en bestuderen onder de microscoop is dan noodzakelijk.


left a normal larve; the larva at right seems squeezed en is waarschijnlijk ten dode opgeschreven
literatuur
Aarvik, Bakke, Berg ao (1997a), Beiger (1979a), Bengtsson (2008a), Borkowski (1969a), Buhr (1937a, 1964a), Buszko (1992b), Buszko & Baraniak (1989a), J Černý (2001a), Diškus & Stonis (2012a), Emmet (1971a, 1983a), van Frankenhuyzen & Houtman (1972a), van Frankenhuyzen Houtman & Kabos (1982a), Gustafsson (1985a), Gustafsson & van Nieukerken (1990a), Haase (1942a), Hartig (1939a), Hering (1930e, 1931a, 1932g,h, 1957a), Huber (1969a), Johansson ao (1990a), Kasy (1983a), Klimesch (1936a, 1937b, 1940a, 1950c, 1958c, 1978b), Klimesch & Skala (1936c), Kollár (2007a), Kollár & Hrubík (2009a), Kuchlein & Donner (1993a), Kuchlein & de Vos (1999a), Kurz (2016a), Kurz & Kurz (2007a), Kvičala (1938a), A & Z Laštuvka (1997a, 2014a), Maček (1999a), Matošević, Pernek, Dubravac & Barić (2009a), Michna (1975a), Navickaitė, Diškus & Stonis (2014), van Nieukerken (1986a), van Nieukerken, A & Z Laštuvka (2004a, 2006a), Lhomme (1934d), Nowakowski (1954a), Popescu-Gorj & Drăghia (1966a), De Prins (1998a, 2007a), De Prins & Steeman (2011a), Richens (1964a), Robbins (1991a), Schütze (1931a), Sefrová (2005a), Skala (1939a, 1951a), Skala & Zavřel (1945a), Sønderup (1949a), Stammer (2016a), Starý (1930a), Steuer (1995a), Szőcs (1977a, 1978a, 1981a), Tomov & Krusteva (2007a), Ureche (2010a), Zoerner (1969a).