Peronospora trifoliorum de Bary, 1863

op Trifolium

gal

toppen van de scheuten ziekelijk met verkorte internodiën. onderzijde van de bladen met een grijswit tot bruinviolet schimmelovertrek dat bestaat uit tot 0.7 mm hoge rechtopstaande conidioforen die bovenaan enige malen dichotoom vertakt zijn met aan elk uiteinde een conidium.

waardplanten

Fabaceae, monoofaag

Trifolium alpestre, incarnatum, medium, montanum, repens, resupinatum, rubens.

synoniemen

trifolii-alpestris Gäumann, 1923; trifolii-repentis (Thümen) Sydow, 1923 (synonymy volgens Klenke & Scholler).

De analyse door García-Blázquez (2008a) ea laat echter wel degelijk drie groepen zien: P. trifoliorum (alleen op T. medium), P. trifolii-alpestris (T. alpestre, striatum) em P. trifolii-repentis (T. repens).

literatuur

Brandenburger (1985a: 317), Buhr (1964b, 1965a), Chater, Woods, Stringer, ao (2020a), Doppelbaur & Doppelbaur (1973a, 1974a), Doppelbaur, Huber & Poelt (1965a), García-Blázquez, Constantinescu, Tellería & Martín (2007a), García-Blázquez, Göker Voglmayr ao (2008a), Göker, García-Blázquez, Voglmayr ao (2009a), Göker, Voglmayr, Riethmüller ao (2003a), Gustavsson (1991a), Hafellner (1980a), Jage, Klenke, Kruse ao (2017a), Jage, Kruse, Kummer ao (2013a), Klenke & Scholler (2015a), Kozłowska, Mułenko & Heluta (2015a), Kruse (2019a), Kruse, Thiel, Braun, ao (2018e), Kruse, Thiel, Beenken ao (2018d), Müller (2015a), Müller & Kokeš (2008a), Mułenko, Kozłowska, Bacigálová ao (2014a), Negrean, Constantinescu & Denchev (2004a), Özaslan, Hüseyin & Erdogdu (2014a), Porta-Puglia & Mifsud (2006a), Riethmüller, Voglmayr, Göker ao (2002a), Ruszkiewicz-Michalska (2006a), Săvulescu (1948a), Thines, Telle, Ploch & Runge (2009b), Tomasi (2014a), Voglmayr (2003a).