Fagus sylvatica, België, prov. Antwerpen, Mol © Carina Van Steenwinkel: bovenzijde van een aangetast blad

zelfde blad, onderzijde

zware aantasting

jonge en oude cleistothecia

cleistothecium

Fagus sylvatica, België, prov. Antwerpen, Meerhout, Zeeploop © Carina Van Steenwinkel: afgevallen blad

ook op het afgevallen blad worden nieuwe cleistothecia gevormd

gal

mycelium inwendig en uitwendig; dit laatste is onderzijdig, wit, blijvend, opvallend bij afgevallen herfstbladeren. Appressoria tepel- tot staafvormig, meestal enkel. Conidia enkel, kegelvormig, zonder fibrosine-lichaampjes. Conidioforen rechtopstaand, draadvormig. Cleistothecia onderzijdig met een equatoriale krans van 4-18 stijve, naaldvormige, aan de basis plotseling sterk gezwollen aanhangsels, 1-2 zo lang als de diameter van het cleistothecium; de toppen ervan zijn stomp of zelfs iets verdikt. Asci 15-35, met 2 sporen.

waardplanten

Fagaceae, oligofaag

Fagus orientalis, sylvatica, x taurica; Quercus faginea, ilex, macranthera, petraea, robur.

literatuur

Braun & Cook (2012a), Bresinsky (2016a), Czerniawska (2001a), Jage, Klenke, Kruse ao (2016a), Klenke & Scholler (2015a), Kozłowska, Mułenko & Heluta (2015a), Kruse (2014a, 2019a), Leysen (2013a), Tóth (1994a).