Phyllactinia paliuri Braun, 2012
Fungi, Ascomycota, Leotiomycetes, Erysiphales, Erysiphaceae
op Paliurus
gal
mycelium zowel inwendig als uitwendig; uitwendig mycelium onderzijdig, dun, wit, meestal blijvend. Appressoria zwak ontwikkeld tot ontbrekend; indien aanwezig ± tepelvormig of een richel vormend. Conidia solitair gevormd, kegelvormig, zonder fibrosine-lichaampjes. Conidiofoor lang en dun. Cleistothecia onderzijdig, 125-185 µm, met 10-20 asci die 2 sporen bevatten. Aanhangsel 4-12 in een equatoriale krans, 1-2 zo lang als de diameter van het cleistothecium. Ze zijn naaldvormig, aan de basis plotseling en sterk opgezwollen.
waardplanten
Rhamnaceae, monofaag
Paliurus spina-christi.
literatuur
Braun & Cook (2012a), Klenke & Scholler (2015a).
04/12/2015