Phyllactinia roboris (Gachet) Blumer, 1933
Fungi, Ascomycota, Leotiomycetes, Erysiphales, Erysiphaceae
op Castanea, Quercus
gal
mycelium onderzijdig, onopvallend, niet blijvend. Conidia enkel, kegelvormig, zonder fibrosine-lichaampjes. Conidioforen rechtopstaand, draadvormig. Cleistothecia onderzijdig met een equatoriale krans van 8-30 stijve, naaldvormige, aan de basis plotseling sterk gezwollen aanhangsels, variabel van lengte maar nooit langer dan de diameter van het cleistothecium; de toppen ervan zijn ietwat stomp. Asci 15-40, met 2 sporen.
waardplanten
Fagaceae, oligofaag
Castanea crenata, mollissima; Quercus macranthera, petraea, pubescens, pyrenaica, robur, rubra.
literatuur
Brandenburger (1985a: 63), Braun (1995a), Braun & Cook (2012a), Dynowska, Fiedorowicz & Kubiak (1999a, Klenke & Scholler (2015a).
02/04/2017