Puccinia alnetorum Gäumann, 1941
op Clematis
gal
aecia geel, onderzijdig, in kringen op vergalde plekken, ook wel op vervormde bladstelen en stengels.
spermogonia, aecia
Ranunculaceae, nauw monofaag
Clematis vitalba.
In geringe mate ook C. graveolens en integrifolia.
op Phragmites
gal
Uredinia bleek, tot 0.5 mm lang; urediniosporen gelig, met wrattige stekels bezet; poren onduidelijk; tussen de sporen knotsvormige, dikwandige paraphysen van 35-70 µm. Telia tot 3 mm lang, zwart; teliosporen 17-26 x 35-60 µm, 2-celig, glad, spoelvormig, naar de steel toe versmallend; topcel bovenaan met verdikte en tot een spitsje uitgetrokken wand; steel wat langer dan de spore, blijvend.
uredinia, telia
Poaceae, monofaag
Phramites australis.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964b), Gäumann (1959), Klenke & Scholler (2015a), Kruse (2019a), Tomasi (2014a).