Puccinia anthoxanthina Gäumann, 1945
op Anthoxanthum
gal
waardwisseling onbekend, vindt mogelijk niet plaats. Uredinia roestbruin, vooral bovenzijdig, op verkleurde plekken, tot 0.5 mm, vroeg naakt. Urediniosporen met 6-8 verspreide kiemporen. Tussen de sporen staan vrijwel kleurloze paraphysen die bovenaan een duidelijk knopje hebben. Telia worden zeer zelden gevormd. Ze zijn beiderzijdig, 1 mm, lang door de epidermis bedekt, diep in het bladweefsel ingezonken. Bruine kegelvormige paraphysen verdelen het telium in compartimenten. Teliosporen omgekeerd kegelvormig, 2-cellig; de wand is glad, dun, maar verdikt aan de afgeplatte top. Steel zeer kort.
waardplanten
Poaceae, monofaag
Anthoxanthum odoratum.
synoniemen
verscheidene auteurs, waaronder Termorshuizen & Swertz, en ook de Index Fungorum (2016), beschouwen deze soort als conspecifiek met P. brachypodii.
literatuur
Brandenburger (1985), Gäumann (1959a), Jage, Kruse, Kummer ao (2013a), Klenke & Scholler (2015a), Termorshuizen & Swertz (2011a).
30/09/2016