Puccinia balsamitae (Strauss) Rabenhorst, 1844
balsemwormkruidroest
op Chrysanthemum, Tanacetum, Tripleurospermum

Tanacetum balsamita, uit González Fragoso (1924a): urediniospore en teliosporen
gal
Geen waardwisseling. Spermogonia onderzijdig, gelig, op bleke plekken. Geen aecia. Uredinia beiderzijdig, roodbruin; sporen eencellig, fijn-bestekeld 3 kiemporen, elk bedekt door een opvallende, hyaliene, gladde papil. Telia beiderzijdig, zwartbruin, poederig; sporen tweecellig, breed-ovaal, 21-33 x 38-54 µm, dicht wrattig, op een korte, slappe, afvallende steel.
waardplanten
Asteraceae, oligofaag
Glebionis segetum; Tanacetum balsamita, balsamitoides, coccineum, macrophyllum, parthenium; Tripleurospermum inodorum, maritimum.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964b, 1965a), Gäumann (1959a), Gjaerum (1986a), González Fragoso (1924a), Klenke & Scholler (2015a), Negrean & Anastasiu (2006a), Poelt & Zwetko (1997a), Termorshuizen & Swertz (2011a), Unamuno (1941b).