Puccinia crucheti Hasler, 1918
op Crepis
gal
Geen waardwisseling. Spermogonia tussen de aecia. Aecia onderzijdig, bekervormig, geel met teruggeslagen rand, op gele vlekken, ook op nerven en bladstelen. Uredinia vooral bovenzijdig, na de aecia verschijnend, kaneelbruin, eveneens op gele vlekken. poederig. Urediniosporen 19-21 x 19-26 µm, met 2, zelden 3, equatoriale poren die niet bedekt zijn met een papil. Telia meest onderzijdig, zwartbruin, eveneens op bladvlekken; sporen 16-26 x 21-35 µm tweecellig, fijn-wrattig, op korte, hyaliene, afvallende stelen.
waardplanten
Asteraceae, nauw monofaag
Crepis mollis & subsp. succisifolia.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964b), Gäumann (1959a) Jage, Scholler & Klenke (2010a), Klenke & Scholler (2015a), Puccinia crucheti, Losa Quintana (1972a).