Puccinia heraclei Greville, 1823
berenkauwroest
op Heracleum

Heracleum sphondylium, uit González Fragoso (1924a): urediniosporen en teliosporen
gal
Aecia onderzijdig, wratachig zonder duidelijke rand, ook op de nerven en bladstelen, dict bijeen op gele, vergalde plekken. Uredinia en telia slechts zelden gevormd, beiderzijdig, lichtbruin, resp. bruinzwart. Urediniosporen 19-27 x 25-33 µm, met 3-4 kiemporen. Teliosporen twee-cellig, kort-oval met een reticulate wandstructuur, op een korte, afbrekende steel.
waardplanten
Apiaceae, monofaag
Heracleum sphondylium & subsp. elegans + sibiricum.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964b), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Ellis & Ellis (1997a), Gäumann (1959a), González Fragoso (1924a), Klenke & Scholler (2015a), Poelt & Zwetko (1997a), Preece & Hick (1994a), Redfern & Shirley (2011a), Termorshuizen & Swertz (2011a), Vanderweyen & Fraiture (2011a), Wilson & Henderson (1966a), Woods, Stringer, Evans & Chater (2015a).