Puccinia jaceae Otth, 1866
op Centaurea, Cyanus, etc.


Centaurea jacea, Amstelveen, Schinkelbos: urediniosporen
gal
Geen waardwisseling. Spermogonia oranje. Aecia worden niet gevormd. Uredinia lichtbruin, onderzijdig, op gele of bruine bladvlekken; urediniosporen 19-29 x 21-21 µm, fijn-bestekeld met 2 poren boven de equator, elk omgeven door een onbestekelde zone. Telia als de uredinia, zwartbruin. Teliosporen tweecellig, kort-elliptisch, 20-28 x 28-42 µm; celwanden fijn-wrattig.
waardplanten
Asteraceae, nauw oligofaag
Centaurea alba, coronata, diffusa, exarata, fenzlii, jacea & subsp. angustifolia, macrocephala, nervosa, nigra, nigrescens & subsp. transalpina, phrygia & subsp. pseudophrygia + stenolepis, pugioniformis, stoebe, virgata & subsp. squarrosa; Cheirolophus canariensis; Cyanus segetum; Rhaponticum repens.
synoniemen
wordt vaak opgevat als identiek aan, of een variëteit van, P. hieracii.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964b), Gäumann (1959a), Jage, Klenke, Kruse ao (2016a), Jage, Kruse, Kummer ao (2013a), Klenke & Scholler (2015a), Kruse (2014a, 2019a), Schmid-Heckel (1985a), Termorshuizen & Swertz (2011a).