Puccinia polygoni-alpini Cruchet & Mayor, 1908
op Anthriscus, ? Carum
gal
Aecia bekervormig, met witte uitwaaierende rand, op witte bladvlekkem.
spermogonia, aecia
Apiaceae, monofaag ?
Anthriscus nitidus, sylvestris subsp. stenophyllus.
Misschien ook Carum carvi.
op Aconogonon
Aconogonon alpinum (uit González Fragoso. 1924a): teliosporen
gal
uredinia onderzijdig, bleekbruin, ca 1 mm; sporen verwijderd fijn-wrattig, 3-4 poren, elk bedekt door een lage papil. Telia onderzijdig, bruinzwart; teliosporen 2-cellig, de beide cellen ongeveer even groot, de onderste niet in de steel versmald. Kiempore van de onderste cel boven de equator. Steel hyalien, kort, afvallend.
uredinia, telia
Polygonaceae, nauw monofaag
Aconogonon alpinum (= Polygonum, Persicaria).
literatuur
Brandenburger (1965a: 85, 428, 435), Buhr (1964b), Gäumann (1959a), González Fragoso (1924a), Klenke & Scholler (2015a).