Puccinia thalictri-koeleriae Gäumann, 1936
op Thalictrum
gal
spermogonia bovenzijdig. Aecia oranjegeel, in losse groepen onderzijdig, ook op de bladstelen, bekervormig; aangetaste plekken zijn wat verdikt en van boven bruin. Aeciosporen ± kogelrond.
spermogonia, aecia
Ranunculaceae, nauw monofaag
Thalictrum foetidum
op Koeleria
gal
Uredinia helder oranje, bovenzijdig, klein, zonder paraphysen; urediniosporen 21-24 x 23-26 µm, bruin, fijn-bestekeld, ± 5-6 kiemporen. Telia zwart, lang door de epidermis bedekt; bruine paraphysen aanwezig. Teliosporen tweecellig, knotsvormig, niet ingesnoerd; wand glad, alleen aan de vlakke top wat verdikt; steel kort.
uredinia, telia
Poaceae, nauw monofaag
Koeleria macrantha.
synoniemen
de hier gegeven omschrijving van de soort volgt Klenke & Scholler. Verscheidene auteurs daarentegen beschouwen deze soort als conspecifiek met, of een variëteit van Puccinia recondita.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964a, 1965a), Gäumann (1959a), Klenke & Scholler (2015a), Termorshuizen & Swertz (2011a).