Puccinia thymi (Fuckel) Karsten, 1884heksembezem-tijmroest
op Thymus
gal
Geen waardwisseling, uitsluitend telia. Telia vooral op stengels, bladstelen en hoofdnerven, aanvankelijk lang bedekt door de epidermis, uiteindelijk zwart; sporen tweecellig, elke cel met een kleurloze papil; op een steel die ongeveer even lang is als de spore. Aangetaste planten vormen opvallende heksenbezems, met kleine, ver uiteen staande bladen.
waardplanten
Lamiaceae, monofaag
Thymus alpestris; “angustifolius”, praecox & subsp. ligusticus + polytrichus, pulcherrimus, pulegioides & subsp. chamaedrys + pannonicus, serpyllum.
synoniemen
Puccinia caulincola Schneider, 1871; schneideri Schröter, 1879.
opmerkingen
zie ook Uredo morvernensis.
literatuur
Blumer (1946a), Brandenburger (1985a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Ellis & Ellis (1997a), Gäumann (1959a), González Fragoso (1924a), Henderson (2000a, 2004a), Klenke & Scholler (2015a), Kozłowska, Mułenko & Heluta (2015a), Poelt & Zwetko (1997a), Redfern & Shirley (2011a), Schmid-Heckel (1985a), Termorshuizen & Swertz (2011a), Tomasi (2014a), Wilson & Henderson (1966a), Woods, Stringer, Evans & Chater (2015a).
27/05/2017