Tranzschelia pulsatillae (Opiz) Dietel, 1922
amerikaanse wildemanskruidroest
op Pulsatilla

Anemone (Pulsatilla) pratensis, Denemarken © Simon Haarder; det Thomas Læssøe

telia
gal
Geen waardwisseling; geen aecia of uredinia. Spermogonia bruin, bovenzijdig, meestal ontbrekend. Telia onderzijdig, bruin, poederig, zonder paraphysen, geen bladvlekken veroorzakend. Sporen tweecellig (maar makkelijk uiteenvallend), de cellen sterk wrattig, de bovenste bolvormig, de onderste vaak meer langgerekt.
waardplanten
Ranunculaceae, nauw monofaag
Pulsatilla alpina, halleri & subsp. styriaca, montana, patens, pratensis, vernalis, vulgaris.
synoniemen
Tranzschelia suffusca (Holway) Arthur, 1934.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964b), Dauhpin & Aniotsbehere (1997a), Gäumann (1959a), Klenke & Scholler (2015a), Poelt & Zwetko (1997a), Termorshuizen & Swertz (2011a).