Malus domestica, Dronten © Arnold Grosscurt

zelfde blad, onderzijde

gal

In de zomer ontstaan bladvlekken op bladeren (en, als “schurft” op de vruchten) waar vanuit een oppervlakkig mycelium grote hoeveelheden asexuele conidia worden gevormd. Sexuele voortplanting gebeurt in perithecia die in het voorjaar gevormd worden op het afgevallen overwinterde blad. Conidioforen slank, glad, geringd. Conidia solitair, olijfbruin, glad, 7-10 x 14-23 µm, 0-1 sept.

waardplanten

Rosaceae, oligofaag

Amelanchier; Aronia x prunifolia; Cotoneaster integerrimus; Crataegus; Eriobotrya japonica; Malus baccata, domestica, x prunifolia, x purpurea, sylvestris; Photinia; Prunus; Pyracantha coccinea; Pyrus communis; Sorbus aria, aucuparia, domestica, intermedia, latifolia, torminalis.

synoniemen

Fusicladium dendriticum (Wallroth) Fuckel, 1870; F. lalandi Marchal & Verplancke, 1926; F. pomi (Fries) Lind, 1913; Spilocaea pomi Fries; S. pyracanthae (Otth) von Arx, 1957.

literatuur

Brandenburger (1985a: 256, 258), Buhr (1964b), Ellis & Ellis (1997a), Jage, Kruse, Kummer ao (2013a), Melgarejo Nárdiz, García-Jiménez, Jordá Gutiérrez ao (2010a), Roques, Cleary, Matsiakh & Eschem (2017a), Roskam (2009a), Ruszkiewicz-Michalska & Połeć (2006a), Schubert, Ritschel & Braun (2003a), Wilcox (1993a), Zhang, Crous, Schoch ao (2011a).