Podosphaera filipendulae (Zhao) Liu & Braun, 2010
kleine moerasspireameeldauw
op Filipendula

Filipendula ulmaria, Vlaardingen, Holy-natuurpark © Ben van As

Filipendula ulmaria, Frankrijk, Haute Savoie, Rhône Alpes, Bionnay, 900 m © Arnold Grosscurt

detail

Filipendula ulmaria, Duitsland, Harz, Wildemann © Hans Jonkman: vergalde bloeiwijze

Filipendula ulmaria, België, prov. Antwerpen, Geel, Neerhelst © Carina Van Steenwinkel: schimmel op vergald stengeldeel

conidioforen

conidia met fibrosine lichaampjes
gal
mycelium beiderzijdig, ook op de stengels, wit, blijvend; aangetaste stengels zijn vaak misvormd. Appressoria onduidelijk. Conidia, ovaal, in ketens gevormd, met fibrosine-lichaampjes. Cleistothecia, vaak in groepen, met één ascus die 6-8 sporen bevat. Aanhangsels talrijk, ± equatoriaal, 1-5 x de diameter; ze zijn ± stijf, gebogen, gesepteerd, onvertakt, bij rijpheid geheel donkerbruin.
waardplanten
Rosaceae, monofaag
Filipendula kamtschatica, ulmaria, vulgaris.
opmerkingen
morfologisch is de schimmel niet te onderscheiden van Podosphaera spiraeae, en op grond daarvan ook lang beschouwd als synoniem daarmee. DNA-onderzoek heeft echter aangetoond dat het om twee volledig gescheiden soorten gaat.
literatuur
Braun & Cook (2012a), Bresinsky (2016a), Doppelbaur & Doppelbaur (1973a “Sphaerotheca macularis”), Klenke & Scholler (2015a), Kruse (2014a, 2019a), Leysen (2017a), Scholler, Reinhard & Schubert (1996a [Sphaerotheca spinaeae on Filipendula ulmaria]).