Trachyspora pentaphylleae Gäumann, 1943
op Alchemilla
gal
Geen waardwisseling, geen spermogonia en aecia. Ook geen uredinia: de weinige oranje urediniosporen worden gevormd in de telia. Telia uitgestrekt, vooral onderzijdig, roestbruin. Teliosporen eencellig, bruin, grof-wrattig, op een steel met een septum, 26-30 x (26)32-39(48) µm. De steel breekt bij septum af
waardplanten
Rosaceae, nauw monofaag
Alchemilla pentaphyllea.
synoniemen
deze soort door sommige auteurs beschouwd als synoniem met, of een varieteit van, T. melospora. Het morfologische verschil is inderdaad niet indrukwekkend: de teliosporen zijn ca. 15% groter.
literatuur
Brandenburger (1985a), Buhr (1964b), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Gäumann (1959a), Helfer (2005a), Klenke & Scholler (2015a), Petrova & Denchev (2004a), Termorshuizen & Swertz (2011a).