Carlina acaulis, uit González Fragoso (1924a): teliosporen

gal

Geen waardwisseling. Spermogonia bovenzijdig, ook op de bladstelen, in rijpe toestand oranje. Aecia worden niet gevormd. Uredinia bruin, lang door de epidermis bedekt, aanvankelijk in kringen rond de spermogonia, later vooral onderzijdig; urediniosporen 20-32 x 23-40 µm; 3 verspreide poren. Telia als de uredinia, zwartbruin, poederig. Teliosporen tweecellig, peervormig, 16-20 x 25-35 µm; celwanden fijn-wrattig; steel kort, kleurloos.

waardplanten

Asteraceae, nauw monofaag.

Carlina acanthifolia, acaulis, biebersteinii subsp. brevibracteata, oligocephala.

synoniemen

deze soort wordt vaak opgevat als identiek aan, of een variëteit van, P. calcitrapae.

literatuur

Blumer (1946a), Brandenburger (1985a: 657), Buhr (1964b), Gäumann (1959a), Gjaerum (1982a), González Fragoso (1924a), Hafellner (1980a), Klenke & Scholler (2015a), Schmid-Heckel (1985a), Termorshuizen & Swertz (2011a).