Puccinia erikssonii Bubák, 1904
op Melica
gal
waardwisseling niet bekend. Uredinia bovenzijdig, oranjegeel, poederig; tussen de spore kegelvormige of geknopte, lichtbruine paraphysen; sporen, 13-16 x 13-20 µm, met ± 6 verspreide kiemporen. Telia bovenzijdig, klein, zwart, spoedig naakt, zonder paraphysen; sporen tweecellig, aan de top met enkele vingervormige uitsteeksels, op een korte, bruine, permanente steel.
uredinia, telia
Poaceae, monofaag
Melica nutans .
opmerkingen
wordt wel opgevat als een vorn van Puccinia coronata.
literatuur
Brandenburger (1985a: 768), Gäumann (1959a), Klenke & Scholler (2015a).