Puccinia phlei-pratensis Eriksson & Henning, 1894
op Phleum
gal
geen waardwisseling, alleen uredinia en telia. Uredinia bleekbruin, op bladeren, bladscheden en halm, vaak tot rijen samenvloeiend, lang door de epidermis bedekt. sporen elliptisch met 4, onduidelijke, nauwkeurig equatoriale, kruiswijs geplaatste poren. Telia zelden gevormd, zwart, op de bladscheden en halm, eveneens vaak tot lijnen samenvloeiend; sporen twee-cellig, slank-elliptisch. Uredinia en telia zonder paraphysen.
uredinia, telia
Poaceae, nauw monofaag
Phleum arenarium, hirsutum, pratense.
opmerkingen
door bijv. Brandenburger wordt deze soort beschouwd als niets anders dan P. graminis; het is echter experimenteel nooit gelukt om met deze soort Berberis te infecteren.
literatuur
Brandenburger (1985a: 829), Gäumann (1959a), González Fragoso (1924a), Klenke Scholler (2015a), Unamuno (1942a).