Plantparasieten van Europa

bladmineerders, gallen en schimmels

Puccinia seseleos

Puccinia seseleos Guyot, 1951

op Seseli

gal

Geen waardwisseling; alleen uredinia en telia. Uredinia onderzijdig, ook op de stengel, vaak in rijen, kaneelkleurig, vroeg naakt, poederig. Sporen 22-31 x 27-37 µm, wand apicaal ietwat verdikt, 2(3) kiemporen. Telia als de uredinia maar zwart. Sporen 2-cellig, eivormig, 21-31 x 34-47 µm, wand ± glad; steel hyalien, afbrekend, tot 40 µm.

waardplanten

Apiaceae, nauw monofaag

Seseli cantabricum, montanum & subsp. nanum, osseum, tortuosum.

literatuur

Brandenburger (1985a: 458), Buhr (1965a), Gäumann (1959a), Klenke & Scholler (2015a).

Laatste bewerking 31.x.2022