Uromyces minor Schröter, 1887
gladde klaverroest
op Trifolium
Trifolium dubium; België, prov. Antwerpen, Meerhout © Carina Van Steenwinkel

aecia

de telia zijn vrijwel alle nog bedekt door de epidermis

teliospores
Trifolium incarnatum, uit González-Fragoso (1925a): teliosporen
gal
Geen waardwisseling. Aecia op de jonge bladeren, tamelijk diep ingebed in het bladweefsel; peridium wit, sporen geel. Uredinia ontbrekend. Telia onderzijdig, lang bedekt door de zilverige epidermis, daarna zwartbruin. Teliosporen eencellig, met spaarzame wratjes die soms in een rijtje liggen, op een korte, afbrekende steel.
waardplanten
Fabaceae, monofaag
Trifolium ambiguum, angustifolium, campestre, dubium, incarnatum & subsp. molinierii, montanum, pratense.
literatuur
Blumer (1946a), Brandenburger (1985a: 318), Buhr (1965a), Ellis & Ellis (1997a), Gäumann (1959a), Gjaerum (1986a), González-Fragoso (1925a), Henderson (2000a, 2004a), Jage, Klenke, Kruse ao (2016a), Jage, Scholler & Klenke (2010a), Klenke & Scholler (2015a), Kozłowska, Mułenko & Heluta (2015a), Poelt & Zwetko (1997a), Preece & Hick (1994a), Redfern & Shirley (2011a), Spooner & Butterfill (1999a), Termorshuizen & Swertz (2011a), Tóth (1994a), Vanderweyen & Fraiture (2008a), Wilson & Henderson (1966a), Woods, Stringer, Evans & Chater (2015a).