Uromyces moesiacus Lindtner & Viennot-Bourgin, 1959
op Lathyrus
gal
Geem waardwisseling bekend, alleen uredinia en telia. Uredinia vooral onderzijdig, kaneelkleurig; sporen 18-26 x 22-30 µm, met 2-3 poren. Telia onderzijdig, zwartbruin; sporen tweecellig, 20-22 x 24-26 µm, wand 3-4 µm dik, met onregelmatig verspreide grove wratten.
uredinia, telia
Fabaceae, nauw monofaag
Lathyrus nissolia.
literatuur
Brandenburger (1985a: 295), Klenke & Scholler (2015a).