Anthracoidea arenariae (Sydow) Nannfeldt, 1977
op Carex

Carex arenaria, Engeland, Vice County: Dorset, VC9 © Malcolm Storey, BioImages
gal
de inhoud van de urntjes, die uiteindelijk openbarsten, is vervormd tot een hard bolvormig stoffig zwart lichaampje, bestaande uit verkleefde sporen. De wand van de sporen is ongelijk van dikte en fijn wrattig.
waardplanten
Cyperaceae, nauw monofaag
Carex arenaria, brizoides, colchica, leporina, praecox.
Boidol & Poelt noemen nog Carex echinata.
synoniemen
Cintractia arenariae Sydow, 1924; C. lejoderma (Lagerheim) Ciferri, 1931 [correct: leioderma]; Anthracoidea leioderma (Lagerheim) Kochman & Majewski, 1973.
De naam Cintractia baccata (Wallroth) Sydow 1924 is niet te interpreteren, kan zowel op A. arenariae als op caryophylleae betrekking hebben (Vánky).
literatuur
Almaraz (1998a), Boidol & Poelt (1963a), Brandenburger (1985a: 873), Buhr (164a), Chlebicki (2007a), Denchev, Martín, Kemler & Denchev (2021a), Doppelbaur & Doppelbaur (1973a), Haris (2019a), Jage, Klenke, Kruse ao (2016a), Klenke (2002a), Klenke & Scholler (2015a), Kruse (2019a), Kruse & Jage (2014a), Kummer (2009a), Lutz & Vánky (2009a), Savchenko & Heluta (2012a), Scholz & Scholz (2013a), Tomasi (2003a), Tomasi (2014a [“baccata”].), Vanderweyen & Fraiture (2014a), Vánky (1994a, 2012a), Woods, Chater, Smith ao (2018a), Zwetko (1993a).